Inhoudsopgave
Na de eerste start heeft u de basale systeemconfiguratie gedaan. Dit hoofdstuk beschrijft een aantal veelgebruikte programma's en operaties.
Tijdens het starten van het systeem toont de kernel een lange
reeks van berichten op het scherm; deze berichten geven informatie
over de kernel status (bijvoorbeeld de beschikbare hoeveelheid
geheugen) en de apparaten die gedetecteerd zijn.
Deze informatie is erg belangrijk voor het analyseren van
hardware- of configuratieproblemen en om de namen van
apparaten te achterhalen (bijvoorbeeld om uit te zoeken of
uw netwerkkaart gedetecteerd is als ne0
of ne1
).
Gewoonlijk scrollen deze berichten te snel voorbij om bruikbaar
te zijn, maar u kunt het dmesg commando
gebruiken om ze weer te bekijken:
#
dmesg | more
Als iets op uw systeem niet correct lijkt te werken en u hulp vraagt op één van de NetBSD mailing lists, let er dan op dat u altijd de relevante dmesg uitvoer mee stuurt; het kan andere mensen helpen uw probleem te onderzoeken.
Nieuwe gebruikers zijn vaak verbaasd dat hoewel het installatieprogramma hun CD-ROM herkend en gemount heeft het geïnstalleerde systeem "vergeten" is hoe de CD-ROM gebruikt moet worden. Er komt geen magie te pas bij het gebruiken van een CD-ROM; u kunt het net als elk ander bestandssysteem mounten, alles wat u moet weten is de apparaatnaam en enkele opties van het mount commando. U kunt de apparaatnaam vinden met het eerdergenoemde dmesg commando. Als dmesg bijvoorbeeld het volgende toont:
#
dmesg | grep ^cd
cd0 at atapibus0 drive 1: <ASUS CD-S400/A, , V2.1H> type 5 cdrom removable
is de apparaatnaam cd0
en kunt u de CD-ROM
met het volgende commando mounten:
#
mkdir /cdrom
#
mount -t cd9660 -o ro /dev/cd0a /cdrom
Om alles gemakkelijker te maken kunt u de volgende regel toevoegen
aan het /etc/fstab
bestand:
/dev/cd0a /cdrom cd9660 ro,noauto 0 0
Zonder dat u hoeft te herstarten kunt u nu de CD-ROM mounten met:
#
mount /cdrom
Als de CD-ROM gemount is kunt u de lade niet open maken; u moet eerst de CD-ROM unmounten:
#
umount /cdrom
Er is ook een commando die de CD-ROM unmount en de lade opent:
#
eject /dev/cd0a
Om een floppy te mounten moet u de apparaatnaam van de floppy drive weten en het bestandssysteem van de floppy. Om bijvoorbeeld een floppy in MS-DOS formaat te kunnen lezen en schrijven gebruikt u het volgende commando:
#
mount -t msdos /dev/fd0a /mnt
In plaats van /mnt
, kunt u een directory
naar eigen keuze gebruiken; u zou bijvoorbeeld een
/floppy
directory aan kunnen maken,
zoals u dat ook voor het mounten van een CD-ROM deed.
Als u veel met MS-DOS floppy's werkt kan de "mtools"
package erg handig zijn, met deze package kunt u MS-DOS
floppy's gebruiken zonder ze te mounten. Dit is erg handig
om een bestand van of naar een floppy te kopieëren.
Als NetBSD een harde schijf met MS-DOS of Windows deelt is het mogelijk de disklabel aan te passen en zo DOS partities zichtbaar te maken voor NetBSD. Eerst moet u de geometrie van de DOS partitie bepalen, met bijvoorbeeld het fdisk commando:
#
fdisk wd0
NetBSD disklabel disk geometry: cylinders: 6232 heads: 16 sectors/track: 63 (1008 sectors/cylinder) ... Partition table: 0: sysid 6 (Primary 'big' DOS, 16-bit FAT (> 32MB)) start 63, size 2088516 (1019 MB), flag 0x80 beg: cylinder 0, head 1, sector 1 end: cylinder 259, head 0, sector 4 1: sysid 169 (NetBSD) start 2088579, size 4193277 (2047 MB), flag 0x0 beg: cylinder 259, head 0, sector 4 end: cylinder 779, head 0, sector 1 2: <UNUSED> 3: <UNUSED>
dit voorbeeld gebruikt de wd0
hardeschijf,
vervang het met de apparaatnaam van uw hardeschijf.
De uitvoer van het fdisk commando toont dat de DOS partitie
begint bij sector 63 en een grootte heeft van 2088516 sectoren.
De NetBSD partitie begint bij sector 2088579 (2088579 = 2088516 +
63).
U kunt nu deze gegevens gebruiken om de BSD disklabel aan te
passen: alles wat u hoeft te doen is een regel toevoegen
die de positie en het type van de MS-DOS partitie definieert,
met één van de ongebruikte partitie id letters.
Gebruik het disklabel commando om de
disklabel aan te passen.
Als u de -e
optie aan disklabel
meegeeft zal het uw favoriete editor ($EDITOR) gebruiken om de
disklabel aan te passen. Bijvoorbeeld:
#
disklabel -e wd0
... # size offset fstype [fsize bsize cpg] ... e: 3450624 2831232 4.2BSD 1024 8192 16 # (Cyl. 2808* - 6231) f: 2088516 63 MSDOS
De partities van "a" tot "e" waren al gebruikt door NetBSD en de eerste beschikbare id was "f". De "size" en "offset" velden zijn ingevuld met de hiervoor berekende nummers. Hierna moet een mount point gemaakt worden. Bijvoorbeeld:
#
mkdir /msdos
daarna wordt er een regel toegevoegd aan het
/etc/fstab
bestand:
/dev/wd0f /msdos msdos rw,noauto 1 3
Nu kan de MS-DOS partitie gemount worden met het simpele commando:
#
mount /msdos
Met deze methode kunt u FAT en FAT32 partities mounten.
Als u de partities automatisch wilt mounten tijdens het opstarten
verwijder dan de "noauto" optie uit
/etc/fstab
:
/dev/wd0f /msdos msdos rw 1 3
Nu is het tijd om nieuwe gebruikers aan het systeem toe te voegen, omdat u niet het root account voor uw dagelijks werk wilt gebruiken. NetBSD heeft geen programma om nieuwe gebruikers toe te voegen; in plaats daarvan moet u de adduser man pagina lezen:
#
man adduser
Het vipw commando wordt gebruikt voor het instellen van nieuwe accounts onder NetBSD.
NetBSD versies hoger dan 1.4.2 hebben een set van programma's voor het beheren van gebruikers, waaronder het useradd commando. Om bijvoorbeeld een nieuwe gebruiker te maken voert u uit:
#
useradd -m joe
De standaardinstellingen voor het useradd commando kunnen aangepast worden, lees voor meer informatie de useradd(8) man page.
Als u een oudere versie van NetBSD heeft en u niet handmatig nieuwe accounts wilt toevoegen kunt een een package als addnerd installeren via de packages collectie. Het is echter wel aan te bevelen dat u de bovengenoemde man page leest en tenminste één account handmatig probeert toe te voegen..
NetBSD gebruikt standaard schaduwwachtwoorden en deze kunnen
niet uitgeschakeld worden; alle wachtwoorden in
/etc/passwd
bevatten een '*'; de gecodeerde
wachtwoorden staan in een ander bestand, namelijk
/etc/master.passwd
, dat alleen door root
gelezen kan worden.
Als u vipw gebruikt om het wachtwoordbestand
te bewerken opent het programma eerst een kopie van
/etc/master.passwd
, als u vipw
verlaat controleert het programma eerst of de wijzigingen kloppen
en maakt het vervolgens een nieuw /etc/master.passwd
aan. Daarna start vipw
pwd_mkdb, dit programma maakt de bestanden
/etc/pwd.db
en
/etc/spwd.db
, twee database equivalenten van
/etc/passwd
en
/etc/master.passwd
die sneller te verwerken
zijn.
Zoals u ziet worden de wachtwoordbestanden automatisch door NetBSD behandeld; als u vipw hoeft u geen speciale administratieprocedure te volgen.
Het is erg belangrijk dat u altijd
vipw of de andere gereedschappen voor
account administratie (chfn, chsh, chpass, passwd)
gebruikt en nooit
/etc/master.passwd
rechtstreeks
bewerkt.
Het shutdown commando wordt gebruikt voor het stoppen of herstarten van uw systeem:
#
shutdown -h now
#
shutdown -r now
Twee andere commando's voeren dezelfde taken uit:
#
halt
#
reboot
halt/reboot en shutdown zijn geen synoniemen, de laatste is uitgebreider. Op een multiuser systeem kunt u het beste shutdown gebruiken: u kunt een shutdown inplannen, gebruikers op de hoogte stellen, etc. Lees shutdown(8), halt(8) en reboot(8) voor een gedetailleerdere beschrijving.